Chris maakt in dit stuk niet duidelijk waaróm de overheid zich van z’n affectieve kant wil laten zien. Dat doet ze in de hoop dat de burgers zich affectiever naar elkaar gaan gedragen en zo de overheid taken uit handen gaan nemen. De centjes zijn immers op.
Chris zegt: “De grote vraag is: hebben burgers behoefte aan affectief burgerschap?”. Het antwoord luidt: nee natuurlijk niet, maar de overheid wel.
De vergelijking met Starbucks gaat niet op. Starbucks probeert door affectief te zijn de klant te binden, terwijl de overheid precies op het tegenovergestelde uit is. De burger moet minder klant worden en meer medeburger.
Zo’n raar idee is dat nog niet, want van de overheid hebben we de komende jaren almaar minder te verwachten. En niet zoals vanaf de jaren 80 door de ideologie van de terugtredende overheid, maar simpelweg omdat de overheid op zwart zaad zit.
Misschien wel goed eigenlijk. Van die verslaving aan overheidshulp is immers alleen de ambtenarij beter geworden. En groter.